Skip to content
Reviewwidget met sterren
Ongediertemelding

Gevraagd: duizend academie-vlooien

De meest merkwaardige advertentie over ‘vraagvlooien’ stond in 1888 in een Engelse krant. Volgens
de Nieuwe Haarlemsche Courant van 15 juli van dat jaar bleek uit onderzoek dat deze afkomstig was
van een beroepsmatige vlooientemmer. ,,Naar het schijnt is op elk duizendtal dezer insecten hoogstens
één voor onderricht vatbaar”.

De redacteur van de gedrukte krant zal met lenige lachspieren zijn bericht hebben genoteerd: ,,Het
vereischt drie maanden eene vlo te dresseeren, welke dan, ondanks de zorgvuldige verpleging niet
langer leeft dan een jaar”. (…..) ,,Hoe deze éene uit de duizend exemplaren wordt gekozen en wat met
de negenhonderd negenennegentig anderen gebeurt, werd niet verteld. In de nabuurschap der vlooien-
academie blijkt geene schaarste aan pulex irritans te hebben geheerscht, want binnen korte tijd waren
3000 exemplaren voorhanden, welke met een schilling per dertig stuks werden betaald”. De tekst is
letterlijk overgenomen in uiteraard de taal-van-toen.

Bloedslurpers

Voor zover bekend is dit de enige advertentie geweest waarin een vlooienleger meer dan welkom werd
geheten voor mogelijk wetenschappelijk onderzoek. De verbazing erover is des te groter, omdat de vlo
wereldwijd als een vinnige vijand wordt ervaren en dat al eeuwenlang. Nog even terug naar een oud
krantenbericht van ditmaal Dagblad van Noord-Brabant van 2 april 1900 over een vlooien-plaag: ,,Ik
overdrijf niet als ik beweer, dat iemand blij kan zijn, wanneer hij niet meer dan vijf vlooien per dag
vangt ! De een is gevangen of per ongeluk weggesprongen of de ander zit weer van ons kostelijk bloed
op te slurpen. In één woord, we zijn hier verpest met deze insecten, en is er iemand die ons een goed
middel aan de hand kan geven om ze, zoo niet geheel, dan toch grotendeels uit te roeien, zoo kan hij
rekenen op ons aller dankbaarheid”.

Hete teer

Amper een jaar later meldde het Rotterdamsch Nieuwsblad dat men voor de vlooienbestrijding
gebruik maakt van houtwol of houtkrullen die in hete steenkolenteer werden gedoopt. Daarna werden
de houtkrullen in de directe omgeving verspreid. ,,Maar bij bedvlooien is dit toch moeilijk toe te
passen”, zo erkende de schrijver direct al. Opties voor het bestrijden van vlooien( ouderwets stofzuigen, en een eventuele bespuiting met een inseciticide) die met een kosmopolitisch karakter de wereld over gaan, totdat ze one-by-one geen vriendjes meer hebben.