Een plaag-insect en tegelijkertijd een plezier-insect: de meeltor heeft een moeilijk en een mooi verhaal te vertellen. Deze keversoort, met de Latijnse naam Tenebrio molitor, nestelt zich tot woede van broodbakkers graag in graanvoorraden. Het mooie is dat haar larven zonder tot nu toe noemenswaardige schade plastic tot poep kunnen verwerken.
Kwikstaartjes bijvoorbeeld zijn wild op levende meelwormen. Voor gekooide vogels zijn deze in gedroogde vorm verkrijgbaar. De wormen van de meeltor zijn bekender oftewel: de kinderen van haar hebben meer naam en faam dan hun moeder.
Kannibaal
De vrouwelijke meeltor kan in een tijdsbestek van enkele maanden zo’n honderd tot tweehonderd eitjes leggen. Het aantal is niet direct verwonderlijk. Vreemd is wel dat de tor soms haar eigen eitjes en soms haar eigen larven opeet. Alhoewel, vreemd ? Moeder natuur heeft een eigen dynamiek. In de komende jaren zullen we meer van de meelwormen en daardoor ook van de meeltor horen, zien, lezen en proeven. Er zijn levendige studies over het hoge proteȉne-gehalte van de wormen en over het magische leven van de meeltor die zich door aardmagnetische velden laat leiden.
Als delicatesse worden de gedroogde meelwormen geroemd voor vogels, vissen en in rustig toenemende mate ook voor mensen. De meeltorren hebben letterlijk een hard lijf en een hard leven. Zij moeten het werk doen. Om ons te plagen of om ons te plezieren. Vreemd volk.